Plaatsbeschrijving bij bouwwerken

Voor en na werken, kan een plaatsbeschrijving of staat van bevinding worden opgemaakt van:

  1. Aanpalende gebouwen en te verbouwen gebouwen
  2. Nutsvoorzieningen
  3. Bestaande omgeving, bv. groenvoorziening
  4. Wegenis en verhardingen al dan niet op het openbaar domein gelegen

Een gedetailleerd rapport
De staat van bevinding geeft een gedetailleerde beschrijving van alle gebruikte materialen met eventuele gebreken en tekortkomingen (barsten, vochtproblemen …). Dit rapport wordt geïllustreerd met foto’s en/of videoreportages.
De tegensprekelijke staat van bevinding is een rechtsgeldig document welk als bewijsmateriaal kan dienen in een rechtszaak.

Wie vraagt het aan?
Een plaatsbeschrijving voor aanvang van bouwwerken wordt opgemaakt in opdracht van de architect, bouwheer of aannemer.

Wie stelt het op?
Voor het opstellen van de plaatsbeschrijving kan je beroep doen op een landmeter-expert in onroerende goederen. De landmeter-expert treedt op als onafhankelijk expert en zorgt ervoor dat de plaatsbeschrijving voldoet aan de wettelijke verplichtingen.

Wanneer wordt de plaatsbeschrijving opgesteld?
De plaatsbeschrijving gebeurt voor aanvang van de werken. Eventueel kan bij aanvang van elke bouwfase een bijkomende plaatsbeschrijving opgemaakt worden.

Einde van de werken
Als een element schade vertoont die niet in de beschrijving staat vermeld, dan moet de aannemer die herstellen. Deze schade kan vastgelegd worden in een uittredende plaatsbeschrijving. Deze is echter niet verplicht en wordt vaak pas opgesteld bij onenigheid. De herstellingskosten van de vastgestelde schade worden in een schaderaming geschat.